Wat gebeurt er?

“Het lijkt wel of ik gek word!” Deze uitroep is misschien wel heel herkenbaar. Rouwen is een zoektocht in de chaos van wat er met je en aan je gebeurt. Het is met vallen en opstaan proberen weer greep te krijgen op alles wat wankelt in je bestaan. Rouwen is hard werken om te leren omgaan met alle emoties en een nieuw evenwicht te zoeken in het leven. Het kost energie en vraagt tijd, ruimte en aandacht.

Rouw kan zich in verschillende vormen uiten: in emoties, lichamelijke klachten, gedachten en gedrag. Deze vormen hangen ook met elkaar samen. Zo kunnen lichamelijke klachten een signaal zijn voor emoties die vast zitten, er (nog) niet uit kunnen komen. Dat geldt ook voor gedachten en gedrag.

EMOTIES
Als je iemand door de dood verliest, voel je vaak een groot verdriet. Maar verdriet is niet het enige dat je kunt voelen als je rouwt. Ook boosheid is een emotie die bij rouw kan horen. Boosheid omdat iemand die je dierbaar was is weggevallen, maar soms ook boosheid omdat deze persoon je in de steek gelaten heeft, of boosheid om wat hij of zij niet goed gedaan heeft. Het kan heel moeilijk zijn dat te voelen. Dat mag toch niet?! Van de doden niets dan goeds. Maar toch, het hoort er ook bij, en als je boosheid voelt, is het goed dit toe te laten. Emoties hoeven niet logisch te zijn, ze zijn er gewoon. Andere emoties die je kunt voelen zijn bijvoorbeeld angst, verwarring, leegte, machteloosheid of schuldgevoel. Deze emoties voel je vaak ook tegelijk en door elkaar heen: een wirwar van gevoelens.

Het is goed je gevoelens toe te laten. Het verdriet wil gevoeld worden. Het is ook een vorm van contact met alles wat je zo dierbaar was in de relatie met degene die overleden is. Laat het maar komen zoals het komt en volg je hart. Daar mag je op vertrouwen.

LICHAMELIJKE KLACHTEN
Bij rouw kunnen ook allerlei lichamelijke reacties optreden, zoals ontzettend moe zijn, je uitgeput voelen, je niet kunnen concentreren, gevoelens van spanning, hoofdpijn, hartkloppingen, slaapproblemen, geen eetlust of juist heel veel gaan eten, het gevoel dat er een steen op je maag ligt, misselijkheid of darmklachten. Als de overledene in de periode voor het overlijden bepaalde lichamelijke klachten had, kan het zijn dat je die klachten als nabestaande ook krijgt.

Als je rouwt, is je weerstand lager. Daardoor ben je ook vatbaarder voor bijvoorbeeld verkoudheid of griep. Het is dus belangrijk om goed voor jezelf te zorgen: voldoende rust nemen, goed eten, zorgen dat je genoeg vitamine C binnenkrijgt en lief voor jezelf zijn.

GEDACHTEN
Als er iemand uit je nabije omgeving is overleden, is er een gat in je leven geslagen. Je zag of sprak die persoon regelmatig, en dat is voorbij. Dat je dan vaak aan hem of haar denkt, is heel normaal. Ook kan het zijn dat je gaat dromen over degene die overleden is, of zelfs nachtmerries krijgt.

Denkend over wat er gebeurd is, kun je het allemaal als heel onwerkelijk beschouwen. Is die ander er echt niet meer? Dit kan je het gevoel geven geen grip meer op het leven te hebben.

Iets wat heel vaak voorkomt als je rouwt, is dat je dingen vergeet. Je gaat bijvoorbeeld naar de keuken en weet dan niet meer wat je daar ook al weer ging doen. Je schrikt hier misschien van, maar het hoort erbij.

Soms ga je anders over jezelf denken doordat iemand in je naaste omgeving is overleden, bijvoorbeeld dat je minder waard bent nu je partner niet meer leeft, of dat het jouw schuld is dat die ander dood is.

Diep van binnen weet je vaak wel wat goed voor je is, wat je wilt of wat je nodig hebt. Soms wil je alleen zijn, soms wil je juist mensen om je heen. De ene keer wil je praten over alles wat je bezig houdt, de andere keer wil je juist even iets heel anders doen. Het is goed om te luisteren naar wat je hart je zegt dat je nodig hebt of wilt.

GEDRAG
Rouw kan zich ook in gedrag uiten. Je huilt bijvoorbeeld heel veel, of misschien zou je wel willen huilen, maar kun je dat helemaal niet. Het kan zijn dat je heel stil en teruggetrokken bent en je bed haast niet uit kunt komen, of juist dat je erg actief bent en bijvoorbeeld heel veel werkt. Je bent misschien opstandiger of agressiever dan je van jezelf gewend bent. Ook risicovol gedrag, zoals veel alcohol drinken, kan een uiting van rouw zijn.

Probeer structuur aan te brengen in de dagelijkse dingen. Dat helpt om je leven weer op te pakken. Maar geef jezelf ook de tijd. Er is heel wat gebeurd in je leven, en dat is niet zomaar ‘over’. Het zal even duren voordat je weer optimaal kunt functioneren. Geef jezelf die ruimte, en vraag ook om die ruimte bij je werkgever of op school.

De behoefte aan bevestiging is groot. Het doet goed om te horen of te lezen dat het normaal is wat je doormaakt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *