Tussen ziekte en het leven

Ziekte – tijdelijk of chronisch, iedereen krijgt er in het leven mee te maken. Ziekte kan diep ingrijpen in je leven. Als verlies van gezondheid onomkeerbaar is, confronteert het ons met de eindigheid. Het overkomt je en je moet met de soms ontwrichtende impact omgaan en de draad van je leven weer oppakken. Ook nu je een aandoening hebt die je beperkt in wat je echt zou willen.

Iedereen ervaart ziekte op zijn of haar eigen wijze. Wanneer verlies van gezondheid een grote impact op je leven heeft, dan kan je dat verlies niet zomaar naast je neerleggen. Het houdt je intens en misschien wel je hele leven bezig. Een betekenisvol verlies van je gezondheid raakt je in het hart van je bestaan. Er is geen handleiding over hoe je ‘goed’ je verlies kunt nemen. Wat we wel weten is dat er twee grote uitdagingen zijn:

  1. ziekteoriëntatie: antwoord geven op je ziekte door actief stil te staan bij wat je hebt verloren en wat dat voor jou betekent (met alle daarbij horende pijnlijke en helpende gevoelens, gedachten en acties).
  2. levensoriëntatie: je aanpassen (met alle daarbij horende pijnlijke en helpende gevoelens, gedachten en acties) aan het leven dat verder gaat, ook nu je door je ziekte niet alles meer kan, aan de veranderingen in jouw leven. Het gaat om aanpassingen in jezelf (hoe je bijvoorbeeld naar jezelf, je leven, je toekomst kijkt) en buiten jezelf (hoe je bijvoorbeeld een omgeving zoekt waar je jouw leven voort kunt zetten).

Als je het verlies van gezondheid vergelijkt met roeien in een roeiboot, dan gebruik je twee roeispanen om vooruit te gaan, anders draai je rondjes. Beide roeispanen (ziekte- en levensoriëntatie) zijn belangrijk. En belangrijk is dat je beiden in beweging brengt. Door stil te staan bij het verlies besef je waar je nog voor kunt vechten om (groter) verlies of pijn te voorkomen. Of misschien om te vechten voor een betere kwaliteit van leven. En als vechten niet meer helpt, dan is er de erkenning, de acceptatie van je verlies. Door stil te staan bij het verlies besef je meer en meer wat je mist en onherroepelijk kwijt bent, maar ook wat je van je gezonde periode voor altijd meedraagt. Er ontstaat ruimte voor wat er nog wel is, voor de wereld om je heen en de uitdagingen van elke dag, ook nu je een aandoening en/of beperking hebt waardoor je niet alles meer kan. Er ontstaat kracht om het verlies te dragen en om je leven anders in te richten. Misschien met een ander ritme, andere activiteiten, met andere mensen om je heen en een andere betekenis van je leven dan voorheen. En ja, dat vraagt om een aanpassing in jezelf en om een aanpassing van jezelf naar je omgeving. Maar naar gelang dat beter lukt ben je niet je ziekte maar leef je het leven met een (soms grote) beperking.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *