Ongezond rouwen

De oriëntatie op ‘Het verlies’ en de oriëntatie op ‘Het leven weer willen oppakken’, horen bij elkaar. De ene keer ben je meer gericht op het verdriet over het verlies terwijl je de andere keer plannen maakt over de toekomst of geniet van het zonnetje op het terras. Zolang beide oriëntaties elkaar afwisselen, gaat het goed. Maar wat is ongezond rouwen?

Als er slechts één oriëntatie voor een langere tijd overheerst, ligt het gevaar van ongezonde rouw op de loer.

Moeilijk om verlies te aanvaarden

Het rouwproces dat zich voor langere tijd uitsluitend op verlies richt, wordt chronische rouw genoemd. Nabestaanden met chronische rouw hebben intense opdringende gevoelens en gedachten over de dierbare. Ze vinden het moeilijk om het verlies te aanvaarden en hebben behoefte om de dierbare dichtbij zich te houden. Dat doen ze door regelmatig naar het graf te gaan, om de kamer van de dierbare te laten zoals die was, om muziek te luisteren, films te kijken, verhalen te vertellen die hen steeds herinneren aan de dierbare. Nabestaanden putten daar troost uit. Familie en vrienden die zeggen dat ze het verlies moeten aanvaarden en dat het leven verder gaat, proberen ze zoveel mogelijk te vermijden.

Bij chronische rouw lukt het niet om je aan te passen aan het leven zonder die ander. Je draait rondjes zonder zelf een zinvol leven op te bouwen. Je koestert de verliesgevoelens en zit daarin vast.

Ongezond rouwen, Vermijdende rouw

Het rouwproces dat zich voor langere tijd uitsluitend op aanpassen aan de veranderde situatie richt, wordt vermijdende rouw genoemd. Je kunt opgelucht zijn dat de dierbare is overleden. Je voelt ruimte om door te leven en plannen te maken voor de toekomst. Je zoekt mensen op die je kunnen helpen om een nieuw leven op te bouwen. Je vermijdt gevoelens over het verlies. Dat doe je bijvoorbeeld door zo snel mogelijk te verhuizen en de spullen die herinneren aan de dierbare op te ruimen. Je spreekt jezelf moed in door te zeggen; ‘verlies hoort bij het leven’, ‘je kunt niet blijven treuren’, ‘je moet toch verder’. Bij vermijdende rouw halen nabestaanden troost uit de woorden: ‘Wat ben je flink’, ‘wat ben je optimistisch’, ‘wat goed dat je voor jezelf opkomt’.

Bij vermijdende rouw lukt het nabestaanden niet om het verlies te doorvoelen. En zo draait iemand met vermijdende rouw rondjes zonder het verlangen te voelen naar de verbinding met de dierbare. De nabestaande vlucht weg voor het verdriet en komt niet tot het verweven van de betekenis van het verlies in het eigen levensverhaal. Psychosomatische klachten kunnen het gevolg zijn.

Herken jezelf of zoek hulp

Herken je jezelf in één van bovenstaande beschrijvingen? Is dat korter dan 6 maanden zo? Dat hoeft niet erg te zijn. Zijn de symptomen langer dan 6 maanden aanwezig? Zoek dan hulp. Want chronische of vermijdende rouw ligt op de loer. Chronische rouw kan wijzen op aanpasproblemen terwijl vermijdende rouw kan wijzen op stoornis in het hechtingsproces met je ouders.