Mag ik je zeggen dat ik je onbegrijpelijk moedig vindt? Dat je na alles wat je hebt meegemaakt, vandaag bent opgestaan en je kleren hebt aangedaan?
Was het omdat je naar de wc moest? Oké, dan nog, je bent opgebleven! Ik vind het moedig dat je die kerstboom toch hebt opgetuigd terwijl het zoveel pijn doet omdat hij daar zoveel van genoot en dat nu niet meer kan. Doe je het omdat de andere kinderen er plezier aan hebben? Oké, toch? Ik vind het moedig dat je dit jaar alleen op reis bent gegaan. Mag ik je zeggen, dat ik niet weet of ik dat zou kunnen opbrengen? Dat je het doet omdat je weet dat je verder moet? Oké, toch? Moedig dat je alleen in het grote huis blijft, verlaten, achtergelaten. Alleen daar kan je haar voelen en bij haar zijn? Oké, toch? Moedig dat je op straat loopt nu. Een half uurtje op een dag omdat je de hond uit moet laten? Oké, toch? Moedig dat je je moeder hebt aangesproken dat ze nooit echt naar jou luistert en geen begrip heeft voor je verdriet. Was je dronken? Oké, dan nog, je hebt het wel gedaan, toch? Moedig dat je rondloopt met een groot gat in je hart. Omdat je niet anders kan dan doorgaan? Oké, toch? Ik vind het moedig dat je rouwt, om het verlies van je geliefde partner, ouder, kind maar ook om het verlies van je gestorven huisdier, je eerste liefje, je vertrouwde ontslagen collega, je nog niet voldragen kindje, je geaborteerde vruchtje, om je kinderloos zijn, om je overleden ex, je prachtige kleinkindje en je dochter die rouwt om haar kindje, je ongeneeslijke ziekte (of die van je geliefde) en het verlies van waardigheid en autonomie, je werk waar je zoveel trots en betekenis aan ontleende, je partner die iemand anders verkoos, de ouder die je nooit hebt gehad, je huis waar je je hele leven hebt gewoond en je veilig voelde, je psychisch zieke ouder die uit het leven stapte, je depressieve zoon, je drugverslaafde kind dat jou bedreigde en in de gevangenis zit en waar je met niemand over kan praten, je land en je familie dat je achter hebt moeten laten in de vlucht, om het verlies van je eigen fysieke en psychische gezondheid. Toch? Ik vind het moedig dat je om hulp vraagt terwijl je wellicht alles liever alleen doet en je schaamt zo kwetsbaar te zijn. Om hulp vragen is erkennen dat je iets belangrijks, een dierbaar iemand bent verloren. Toch?
Johan Maes, ‘Gehavend’, Witsand Uitgevers, 2015