Mensen met een verstandelijke beperking

Ook mensen met een verstandelijke beperking rouwen om het verlies van iemand uit hun omgeving. Ze merken bijvoorbeeld aan de sfeer dat er iets aan de hand is. Het is daarom goed hen zo veel mogelijk te betrekken bij het sterven en afscheid nemen, en hen daarbij ook voor te bereiden op wat er bij de uitvaart gaat gebeuren. De verstandelijke vermogens van mensen met een verstandelijke beperking zijn vergelijkbaar met die van een kind, maar ze rouwen niet als een kind. Ze hebben vaak een ander beeld van de wereld om hen heen dan kinderen, omdat ze al wel een heel stuk leven achter de rug hebben.

Er zijn verschillende vormen van verstandelijke beperking. Bovendien hebben mensen met een verstandelijke beperking verschillende ontwikkelingsniveaus, zowel verstandelijk als sociaal-emotioneel. Vaak is er een groot verschil tussen de verstandelijke en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Iemand kan bijvoorbeeld op het verstandelijke niveau een lichte beperking hebben, maar sociaal-emotioneel het niveau hebben van een tweejarige. Het is dus belangrijk hier goed zicht op te hebben, zodat passende ondersteuning mogelijk is.

Mensen met een verstandelijke beperking kunnen zich vaak maar in beperkte mate uiten. Het kan voor hen ook moeilijk zijn om informatie te verwerken of abstract te denken (bijvoorbeeld: begrijpen wat ‘dood’ is). Wat voor hen helpend kan zijn, is het overlijden zo concreet mogelijk te maken: het zien en voelen van het gestorven lichaam, een foto op de kist zetten, herinneringsboeken. Ook symbolen en rituelen kunnen een houvast zijn. Het is goed met hen te praten en naar hen te luisteren.