Chimamanda Ngozi Adichie schreef een prachtig boek over hoe rauw rouw kan zijn. Een reflectie op taal én een hommage aan haar vader James Nwoyo Adichie.

‘Je leert hoezeer het bij rouw om woorden gaat, het gebrek aan woorden en het zoeken naar woorden’, schrijft Chimamanda Ngozi Adichie. Op 10 juni 2020 overleed onverwacht haar vader, James Nwoyo Adichie, midden in de coronacrisis. In het dunne maar intense boekje Gedachten over rouw zoekt ze naar woorden om het te hebben over haar verdriet, maar ook over wat voor een fantastische man haar vader was.

In de weken en maanden na de dood van haar vader schreef Adichie haar gedachten neer. Zonder filter. Ze schrijft hoe haar vierjarige dochter haar vertelde dat ze haar doodsbang maakte. ‘Ze laat zich op haar knieën zakken om het voor te doen, haar kleine gebalde vuistje gaat omhoog en omlaag en haar mimiek laat me zien hoe ik was: buiten mezelf schreeuwde ik en bonkte ik op de vloer.’ Ze schrijft hoe bitter haar tong smaakt, hoe zwaar het gewicht op haar borst voelt. ‘Het is niet de pijn die verbaast, maar de fysieke kant ervan.’ Ze ontdekt hoezeer lachen deel uitmaakt van rouw, net als woede. ‘Rancuneuze hatelijkheden schieten door me heen bij de gedachte aan mensen die ouder dan achtentachtig jaar zijn, ouder dan mijn vader, en levend en wel zijn. Mijn woede maakt me bang, mijn angst maakt me bang en daar ergens is ook schaamte – waarom ben ik zo kwaad en zo bang?’ En natuurlijk is er het permanente ongeloof dat de wereld gewoon blijft draaien: de postbode komt, ze blijft uitnodigingen voor lezingen krijgen, en nieuwsalerts op haar telefoon.

Pandemie

Daarnaast is het boek ook een hommage aan haar vader, James Nwoyo Adichie, de eerste professor statistiek van Nigeria, een standbeeld in taal. Adichie schrijft over zijn zachtaardigheid, over zijn engagement, over zijn droge humor, hoe hij overal zijn handtekening op zette, zelfs op verjaardagskaarten, waarop de kinderen dan steeds zeiden dat het geen universitaire mededeling is, ‘u hoeft het niet te ondertekenen’. En over het zelfvertrouwen dat hij haar gaf.

Gedachten over rouw vertelt over het verdriet van één individu, maar tegelijk zegt het iets over rouwen in coronatijd. Door de pandemie zijn de luchthavens gesloten, dus rouwen gebeurt noodgedwongen op afstand. De familie Adichie – verspreid over de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Nigeria – heeft contact via Zoom. De begrafenis wordt meermaals uitgesteld. ‘Na de begrafenis kunnen we aan ons herstel beginnen’, zegt Adichies moeder. ‘Het wachten, het niet weten. In geheel Zuidoost-Nigeria zijn de mortuaria vol omdat begrafenissen door het coronavirus zijn uitgesteld’, schrijft Adichie.

Iemand anders

Adichies gedachten over rouw verschenen eerst als een essay in The New Yorker. In het boekje dat nu verschenen is, maakt Adichie een evolutie door. Ze is iemand anders geworden. ‘Uit wat ik schrijf dringt zich een nieuwe stem op, vervuld van hoe dichtbij ik de dood ervaar, van het besef van mijn eigen, daarmee zo innig verweven, zo onmiskenbare sterfelijkheid. Een nieuwe urgentie.’

Aan het einde komt noodgedwongen de aanvaarding, die toch nog steeds gepaard gaat met ongeloof. Al haar conflicterende en complexe emoties vat Adichie krachtig samen in de hartverscheurende laatste zin: ‘Ik schrijf over mijn vader in de verleden tijd en ik kan niet geloven dat ik in de verleden tijd over mijn vader schrijf.’

Bron: Brendle.com