Foto: Claire Droppert

 

DE SCHREEUW

We vormen een begrafenisstoet door Amstelveen; voorop rijden de twee begrafenisauto’s en de familie, verspreid over gewone auto’s, volgt. De heftige buien en windstoten van vanmiddag hebben veel bladeren en afgebroken takken op de weg nagelaten...

We rijden het terrein van Gan Hasjalom op. Hier gaat vanavond een Joods afscheidsritueel plaats-vinden, de Tahara. We weten niet wat ons te wachten staat na vanmiddag. Honderden mensen zijn toen hun deelneming komen betuigen in een grote ontvangstzaal. En liepen in groepjes, of alleen, langs de twee kisten die zij aan zij in een kleinere kamer stonden. Met foto’s, bloemen, knuffels en tekeningen van Dana. Het was daar veel stiller dan in de zaal, soms hoorde je gefluister en gesnik. En “twingle twingle", het lievelingsliedje van Dana. 

De kisten worden via een zijingang naar binnengebracht om Daphna en Dana klaar te ma-ken voor het ritueel. Dat doen vier bejaarde vrouwen. De stemming is onrustig; wat wordt er van ons verwacht? Kalm wijzen de rabbijn, diens assistent, en de beheerster van het gebouw ons naar een lange tafel. Daar kunnen we wachten. Langzaam bedaren we. De familie is pas ruim een etmaal eerder herenigd toen we elkaar op Schiphol in de armen vielen. Het wachten duurt nu langer dan gedacht, meer dan een uur, en de spanning neemt toe. Dan is plots het moment daar. We worden een langwerpige, smalle, witte ruim-te binnengeleid. Er zijn geen ramen. De deuren gaan achter ons dicht. De serene ambiance is aangrijpend. Achteraan de kleine ruimte staan de open kisten van Daphna en Dana. Ze liggen op spierwitte lakens, en zijn ook gekleed in witte gewaden die hun hele lichaam toedekken. De vier vrouwen staan aan beide hoofdeinden, stil en met de armen voor hun lichaam gekruist. Hun kleding is zwart wat sterk afsteekt tegen al dat wit.

Hier heerst diepe stilte. We zien de gezichten van Dana en Daphna niet maar ze zijn héél aanwezig en dichtbij. We staan in twee rijen langs de muur van de deuren tot aan het voeteneinde. Het witte kleed dat de voeten en enkels van Daphna bedekt wordt teruggeslagen. Haar huid is marmerachtig wit. De rabbijn doorbreekt de stilte en legt de procedure uit, Etienne vult aan. Witte stoffen schoentjes moeten om de voeten van Daphna en Dana geschoven worden waarna de veters op voorgeschreven wijze worden gestrikt. Hierna strooit eenieder een handvol zand over het gewaad en dan wordt de kist gesloten. Henk en Joris stappen naar voren om de schoentje aan te doen en te strikken. Te beginnen bij Daphna, eerst de linker- dan de rechtervoet. Het is zeer aangrijpend. Hierna pakt de rabbijn een metalen bus met zand uit de Israëlische woestijn. We pakken beurtelings een hap zand en strooien de geelbruine stof over Daphna haar witte kleed uit, via haar hoofd naar haar voeten. De bejaarde vrouwen doen dit als laatsten. Dan vouwen ze in alle rust de lakens naar binnen en zo verdwijnen ook haar voeten uit het zicht. 


Daarna sluiten we definitief de kist door de houten schroeven van het deksel met de hand dicht te draaien. Het schuifelen en de zacht uitgesproken instructies benadrukken de stilte. De vier vrouwen zeggen niets maar hun emoties zijn zichtbaar in hun gegroefde gezichten en vochtige ogen. Daarna volgt Dana, het hele proces wordt met eenzelfde intensiteit herhaald. Het valt Joris en Henk erg zwaar. ”Haar voeten zijn minder koud dan die van Daphna” hoor ik ze zeggen. Als beide kisten voorgoed gesloten zijn is het voorgeschreven ritueel volbracht. De familie blijft alleen achter en gaat in een kring om beide kisten staan, Joris aan het hoofdeinde. Ik sta schuin achter en naast hem, raak hem af en toe aan, als steun en troost. Zo staan we zeker vijf minuten in een doodse, zeer beladen stilte. Dan verlaten we de ruimte. Joris die vlak voor me loopt, stormt rechtsaf de donkere avond in, via de hoofdingang. Hij slaakt een oerschreeuw en de deur slaat achter hem dicht. Ik ben vlak bij hem, aarzel om hem te volgen maar besluit van niet en houd wacht bij de ingang. Menno komt eraan en ik vertel wat er net gebeurde. Hij schrikt, gaat achter Joris aan en ik zie ze in het duister praten. Na een minuut of 10 zijn ze terug.

De dag daarop, na afloop van de begrafenis, tref ik de assistent van de rabbijn en ik vertel hem over de immense indruk die de Tahara bij me heeft nagelaten. “Als je dát hebt meegemaakt valt voor de familie de begrafenis minder zwaar” antwoordt hij.