’s Avonds zitten we zwijgzaam op de bank in de huiskamer. Woorden zijn moeilijk te vinden, ongrijpbaar. We kijken elkaar aan: ‘Hoe vertellen we het de kinderen, de families. Versluierd of recht voor z’n raap?’ We realiseren ons dat we pijn proberen weg te houden die er hoe dan ook zal zijn. Projectie van onze eigen pijn wellicht. Logisch verdomme. We komen tot het inzicht dat als we bij ons eigen gevoel kunnen blijven en accepteren wat er aan reactie komt, elk kind als zichzelf en autonoom kan reageren. Dankbaar voor dat inzicht kijken we elkaar beduusd aan. We bellen ze, vrij laat nog, met de vraag of ze de volgende dag willen komen, omdat Roel een buikecho heeft gehad…

 

Wat hebben onze kinderen een innerlijke schoonheid. Wát een kanjers!

Zo puur en betrokken en warm reageren ze allen. Ze willen eigenlijk direct komen ‘s avonds laat. Het wordt de volgende morgen. Iedereen heeft het kunnen regelen met werkgevers. Om 14.00 uur hebben we afgesproken. Ze zijn er om 12.00 uur; alle vier. 

We begroeten elkaar ogenschijnlijk normaal. 

Er komt een man langs met een zeis om de waterkanten te doen. ‘Goh’, zegt Ilja, ‘nu al…’   We zitten wat onwennig bij elkaar en drinken cava, ons favoriete drankje toen. Ze vertellen dat ze gelijk wisten wat er aan de hand is. Ze zijn niet gék. 

We hebben een prachtige en rijke middag samen, buiten in het zonnetje.

 

Ongeveer een week later schrijf ik: Ontkenning, voor zover ik weet, hebben we geen van allen en emoties zijn er gewoon. Althans, we hebben veel begrip voor elkaar. Mooi. Het lijkt wel of we in een alert bewustzijn komen. Waarschijnlijk is het verbondenheid en focus vanwege de weg die we gaan. Liefde voor elkaar. Een veldboeketje van verschillende ingrediënten. We staan op een bepaalde manier op scherp, maar op een positieve manier. Controle om pijn en verdriet te besparen laten we achterwege als het even kan. Ze komen vaker langs om voeling te houden. Nabijheid hé. 

Dat voelt goed.

 

Roel en ik spreken af dat we iedere avond voor het slapen gaan, kijken naar de dankbare momenten van die dag. We zien het als een ketting rijgen. We ‘lezen’ elkaar. Die beweging over en weer voelt goed en warm. Een blik, een glimlach. 

Het lijkt wel of we zoeken naar licht. Verlichting? Misschien een lichtje willen laten schijnen op het proces naar dood gaan? Ach, het is soms nog niet te bevatten; dan kan je maar beter dicht bij elkaar zijn. Afgestemd blijven.

We hebben wel samen kanker, maar hij is de hoofdrolspeler. 

Roel is geen prater. Ik ben geduldig, en vraag wel eens wat. 

Zo vraag ik een keer wat de belangrijkste periode is geweest in zijn leven. 

Op dat moment gaat De Kosmos, een spiritueel centrum in Amsterdam in de jaren ‘70 tot ’90 van de vorige eeuw waar we werkten, op internet in een nieuwe digitale versie. Er is een fotogalerie met oude foto’s. Ze maken verhalen en herinneringen los. Mooie herinneringen en ervaringen waar we trots op zijn. We bekijken de foto’s diverse keren samen. 

Die tijd met bijbehorende tijdgeest is zo’n periode, volgens Roel.