Dialoog tussen het hoofd hart en verlangen

Hoofd en hart waren in een ernstig gesprek gewikkeld over een groot verlies. ‘Ik vind je zo emotioneel’, zei het hoofd tegen het hart. Als ik even niet oplet loop je de hele dag te janken. De dialoog tussen hoofd, hart en verlangen.

Dialoog tussen hoofd, hart en verlangen

Nou, zei het hart tegen het hoofd, ‘Ik vind je afstandelijk. Je denkt dat je het verlies oplost, maar verlies laat zich niet oplossen. Het helpt je om je verlies toe te laten en het te verweven in je levensverhaal.’

‘Dat is misschien wel waar’, zei het hoofd; ‘Maar ik ben bang om de controle kwijt te raken en om in een zwart gat te vallen. Daarom denk ik na over hoe het verder moet. Maar hart jij sluit je af voor mijn adviezen.’

‘Dat klopt’, zei het hart. Ik wil loyaal zijn aan mijn dierbare. Afstand nemen van mijn verlies voelt als verraad. Daarom bewaar ik met mijn gevoelens van verlies ook de liefde voor mijn dierbare in mijn hart. Maar hoofd jij sluit je af voor mijn gevoelens.’

‘Mag ik mij er mee bemoeien’, zegt het lijf. ‘Jullie geruzie geeft mij spanning. Het hoofd negeert de gevoelens en het hart wil van een verstandig advies niets weten. Dat maakt mij ziek. Willen jullie van het leven genieten, vraag het verlangen dan om hulp.’

Dat is een goed idee, zegt het hoofd. Dat voelt goed zegt het hart. En zo kwam er een bezield gesprek tussen hoofd, hart en het verlangen. Hoofd en hart gaven ieder hun visie op de werkelijkheid en ze vroegen ‘verlangen wie van ons heeft gelijk? ‘Jullie hebben allebei gelijk’ zei het verlangen. Wat er ontbreekt, is de gemeenschappelijke zoektocht naar vervulling van de onvervulde verlangens.

Verstandig gesproken

Het hoofd vond dat het verlangen verstandig gesproken had en het hart voelde zich gehoord. ‘Na een lange tijd stilte zegt het hoofd; ‘tja als het hart nou eens minder emotioneel was, dan zijn wij eruit.’ Het hart reageerde fel. ‘Je bent respectloos’, zei het hart. We zijn er pas uit als het hoofd rekening houdt met mijn gevoelens.’

Het verlangen hernam het woord, ‘een gemeenschappelijke zoektocht naar vervulling van het onvervulde, vraagt om een luisterende en vragende houding. Neem de tijd voor de dialoog en jullie komen er in verbinding uit.’

Zo voerden het hoofd en het hart voortaan samen de dialoog. Soms vond het hart het hoofd afstandelijk. Vaak vond het hoofd het hart sentimenteel. Maar vanaf dat moment zochten ze samen in verbinding naar vervulling van de verlangens. Het lijf ontspande zich en genoot met hoofd en hart nog lange tijd van een plezierig leven.