Mensen proberen hun gedachten, gevoelens en lichamelijke psychosomatische reacties te controleren. Dit kan averechts werken. Een training ‘Tussen vechten en acceptatie’, gebaseerd op de 3de generatie cognitieve gedragstherapie, kan helpen om:

 

- te accepteren in dat wat onomkeerbaar is

- te herdefiniëren van dat wat belangrijk voor je is

 

De training is geschikt voor zorgdragers, mantelzorgers, nabestaanden, werkzoekenden, ex-genoten en anderen die een verlies met zich meedragen. De training bestaat uit de volgende onderdelen:

 

Sessie 1:  Tussen vechten en acceptatie.

De training begint met een inventarisatie van de wijze waarop deelnemers met hun (emotionele) klachten (pijn) omgaan. Dit geeft inzicht in de praktische uitingen van (coping)strategieën van de deelnemers. Maar uiteindelijk zullen die strategieën, die gebaseerd zijn op vechten en het onder controle houden van de situatie, niet helpen. Deelnemers worden zich bewust van hun eigen disfunctionele vechtstijl en ervaren dat die eerder averechts werkt dan helpend is. 

 

Dat komt omdat deelnemers er onbewust er vanuit gaan dat ze gedachten, gevoelens en (negatieve) lichamelijke ervaringen onder controle kunnen brengen. Een oefening op basis van de drijfzandmetafoor is heel bruikbaar om daar bewust van te worden. Deelnemers ervaren dat het vechten tegen lichamelijke klachten hen eerder in grote spanningen en (lichamelijke) problemen brengt dan dat het helpend is. In een visualisatie van de drijfzandmetafoor worden deelnemers meegenomen naar het moeras, waarbij ze proberen om zo snel mogelijk de vaste wal te bereiken. De afloop is voorspelbaar, de deelnemers komen steeds dieper vast te zitten in het drijfzand. Vervolgens worden de deelnemers meegenomen in het alternatief van berusting. Dit is geen passief gebeuren maar een  actief proces gericht op het toelaten van wat je overkomt. Dit kan zorgen voor een nieuwe en veel functionelere kijk op psychische symptomen. In de beelden van de metafoor betekent dit dat deelnemers stoppen met bewegen. Ze kijken om zich heen om te zien of er alternatieven zijn voor het vechten en worstelen. Wellicht is er een tak, die je nog niet eerder gezien had,  waar je je aan vast kunt houden. Acceptatie is het toelaten van vervelende persoonlijke ervaringen, zonder de aard of frequentie van die ervaringen te willen veranderen (Fletcher & Hayes, 2005). Deze sessie moedigt aan om het gevecht te staken en te komen tot acceptatie van het onvermijdelijke in het leven. 

 

Sessie 2: Pijn, lijden en ziek zijn: van destructieve naar constructieve overtuigingen.

In deze sessie gaat het om het verschil tussen pijn en lijden. De deelnemers worden gevraagd om te onderzoeken welke klachten worden veroorzaakt door directe stimuli (pijn) of door dat wat je over de pijn en je klachten denkt en vervolgens daarover voel (lijden)? Door transformatie-oefeningen krijgen (negatieve en positieve) gedachten en gevoelens een andere betekenis, en neemt de invloed van gedachten en gevoelens op het leven van deelnemers af. Deelnemers oefenen in het observeren van de eigen gedachten en gevoelens waarbij een fictief iemand (observer) op een afstandelijke, kritische, maar liefdevolle (niet-vijandige) manier daarmee omgaat. Een voorbeeld van een transformatie-oefening is het hardop herhalen van woorden die sterke gevoelens oproepen, zoals de woorden ‘angst’, ‘paniek’ of ‘pijn’. De kracht van deze woorden wordt daardoor kleiner.

 

Sessie 3: Zelfcompassie in het contact met het Hier en Nu.

Mindfulness-oefeningen kunnen deelnemers helpen om uit het hoofd te komen, en in contact met het hier en nu. Mindfulness kent vele vormen, maar kan worden toegespitst op twee aspecten: 

 

- Interne beleving. Het gaat om oefeningen die deelnemers in contact brengen met hun gedachten, gevoelens en lichamelijke ervaringen; 

- Externe beleving. Het gaat om contact met zintuiglijke waarnemingen zoals tast, geur, smaak en gehoor.

 

Mindfulness heeft tot doel om gevoeligheid voor het ervaren te vergroten (Jansen, 2006, 2007). Daarmee wordt een houding in het ‘hier en nu’ gestimuleerd. Mindfulness gecombineerd met een liefdevolle observer rol, stimuleert de deelnemers in zelfcompassie en in het hier en nu. Mindfulness heeft de grootste opbrengst wanneer deelnemers in contact komen met ervaringen die ze het liefste willen vermijden. Het bewust ervaren en zelfs uitnodigen van angst en paniekgevoelens kan zorgen voor een afname van de klachten. Tenslotte is het van groot belang dat mindfulness wordt toegepast in situaties waarin deelnemers de meeste hinder ondervinden van hun klachten. Voorbeelden van mindfulness oefeningen zijn: aandachtig thee drinken, bewust eten, gedachten observeren, de bodyscan, en vele anderen.

 

Sessie 4: Descriptieve Zelf versus Observerende Zelf.

We hebben de neiging om onze identiteit af te leiden van ons denken (‘Ik denk, dus ik ben’). Het gevaar is dat ons denken erg negatief en rigide is, waardoor we onszelf ook op die manier gaan definiëren.

Hierdoor gaan velen van ons gebukt onder een 'negatief zelfbeeld'. Deelnemers krijgen tijdens deze sessie handvatten waardoor ze zich bewust kunnen worden van alle vaak negatieve verbale constructen waarmee ze zichzelf beschrijven (de ‘Ik ben's’). Deze verbale overtuigingen over het zelf worden vervolgens uit hun dagelijkse context gehaald en op een andere manier bekeken, bijvoorbeeld door ze (net als bij een transformatie-oefening) hardop te herhalen, of door ze in de spiegel te verkondigen. Dit kan deelnemers helpen zichzelf te observeren vanuit het eigen ik, hier en nu. Dit werkt vaak erg louterend, omdat deelnemers daarmee negatieve rigide denkpatroon kunnen loslaten.

Er is een analogie tussen berusting en het boeddhisme. Het boeddhisme gaat het om 'Het loslaten van het Ego'. Daarmee wordt de ik-persoon minder uniek, en meer gezien als een voortvloeisel uit de omgeving.

 

Sessie 5: Regels versus Waarden.

We hebben de gewoonte om strenge verbale regels te formuleren over wat we wel en niet moeten doen. Regels zijn bedoeld om ongelukken en falen te voorkomen. Maar vaak zorgen

diezelfde regels ook voor meer vermijding en rigiditeit (nog strengere regels). Als deelnemers bereid zijn zich te concentreren op de dingen die ze waardevol vinden in plaats van sommige regels blindelings te volgen, dan vergroot dit de psychologische flexibiliteit. Een van de oefeningen is dat deelnemers het woordje ‘moeten’ vervangen door ‘mogen’. Deelnemers ontdekken wat ze van binnenuit willen en dat wat ze vanuit de sociale omgeving opgedrongen krijgen.

 

Sessie 6: Vermijding versus Toegewijde actie.

Belangrijk in deze sessie is dat deelnemers onder ogen zien dát ze vermijden, en wát ze precies vermijden. Vervolgens wordt het belang van contact met jezelf als alternatief voor vermijding toegelicht. Kiest de deelnemer er daarna voor om pijnlijke situaties niet langer te vermijden, dan kiest de deelnemer daarmee ook voor de angst en pijn die onlosmakelijk met het leven verbonden zijn. Kiezen voor een Ervarend Leven kan deelnemers een stabiele basis geven van waaruit ze gedragsexperimenten gaan uitvoeren. Deze experimenten zijn erg belangrijk en zorgen ervoor dat deelnemers nieuw gedrag gaan ontwikkelen. Nadat deze fases zijn doorlopen, hebben deelnemers de handvatten gekregen om in de laatste twee sessies de vele technieken die ze aangeboden hebben gekregen, in hun eigen leven verder toe te passen.

 

 

Bron: Bewegen Richting Flexibiliteit met Acceptance en Commitment Therapie (ACT) van G. Jansen, D.A. Rinsampessy, G.J. van den Berg, & H.R.A. De Mey